DrontenKoi
 

Soorten

Hieronder vind u de meest voorkomende typen koi. Tevens een kleine beschrijving van de kleuren en herkomst.

asagi


Asagi

De Asagi is een lichtblauwe of blauwgrijze Koi met een rode kleuring, die vanaf de buik tot hoog aan de zijkant kan doorlopen. Ook op de borstvinnen en rugvin kunnen we het Hi (rood) terugvinden. De zijkant van het hoofd is ook vaak rood. Voor de rest is het hoofd zuiver en kan geen verkleuringen hebben. De rode kleur moet gelijkmatig over beide zijden van de Asagi verdeeld zijn en vanaf de kop tot aan de staart. De meest opvallende uiterlijke eigenschap is het netpatroon, dat ontstaat door de lichtblauwe of witte omzoming van iedere afzonderlijke donkere schub. Variëteiten zijn de Hi Asagi, waarbij het oranje meer rood is. De narumi Asagi die lichter van kleur is, de mizu asagi waarbij er bijna helemaal geen rood aanwezig is (zeker niet op de kop), de Konjo asagi die zeer donker is en de snow asagi waarbij het wit zeer overheersend is. Ook is er nog een Taki Asagi waarbij tussen het netwerkpatroon en de Hi een witte streep loopt. De doitsu vorm van deze koi (schubloos) wordt Shusui genoemd.

bekko
bekko


Bekko

De Bekko is een tweekleurige Koi en niet metaalachtig. De shiro bekko, kortweg bekko, is een witte Koi met een zwart patroon. Het zwart (sumi) mag niet op de kop voorkomen en niet onder de zijlijn. De Borstvinnen mogen een paar zwarte strepen hebben. Tevens bestaat er een Aka Bekko (Aka is rood (net als Hi)), en een Ki Bekko (Ki is geel). Hierbij gelden dezelfde regels als de Shiro Bekko. Wel bepaald het aantal vlekken of de koi een bekko is of een utsurimono. Grofweg mag de scheiding genomen worden door het feit van vlekken op de kop of niet. Een bekko mag dit niet op de kop hebben, een utsurimono wel. De tejime (strepen op de vinnen) en motoguro (aanzet op de vinnen vanaf het lijf) zijn bij de bekko wel toegestaan en komt ook veel voor.

beni ginga
beni ginga


Beni Ginga

Een Beni Ginga is een metallic koi met meerdere kleuren. Beni geeft aan dat dit roodtinten dienen te zijn. Daarbij is er zwart (sumi) over het lichaam te vinden zoals we ook kunnen zien bij een showa. De kop heeft zwart tot aan de wangen zoals ook bij een Kabuto (ghost koi) te vinden is. De rood getinte vlek op de kop moet goed vrij zitten op een mooie heldere ondergrond. Op de rug is een bijna matsuba achtig netwerk te zien van donkere schubben.

benigoi


Benigoi

Een Benigoi is een geheel rode, niet metaalachtige koi. Het rood moet intens diep rood zijn. Dat is namelijk het enige verschil met een Aka Muji. Een benigoi wordt maar zelden gevonden. Bij de ginrin versie blijft het rood van het lijf meer oranjeachtig. Het rood laat zich dan met name op de kop zien. Deze dient wel intens rood te zijn

chagoi
chagoi


Chagoi

Een Chagoi is een eenkleurige, niet metaalachtige koi met lichtbruine of saffraanachtige kleur. Cha betekent ook bruin. Jonge Chagoi kunnen nog een bruin gele kleur hebben. Soms is er een netwerkpatroon op de rug waarneembaar. Deze vis groeit snel en is het snelst 'tam' te krijgen en zal het snelst uit uw hand eten. Dit komst niet door het tam zijn, maar meer door voedselnijd tov andere koi en het minder schrikachtig zijn van de Chagoi. Resultaat blijft wel dat deze koi de andere koi kan leren om uit uw hand te eten. Er bestaan meer kleur varianten, maar deze hebben een eigen naam gekregen. De Soragoi (grijs). De Chagoi wordt ook veel gebruikt bij kruisingen om nieuwe koi te krijgen. De Ochiba Shigure (Soragoi x Chagoi) en de Karashigoi (Chagoi x Kigoi)


Ginsui / Kinsui

De Ginsui is een Shusui met weinig tot geen rood als kleur. Gin staat voor de Kinginrin klasse. Gin betekend zilver. Er zit een mooie metaalkleurige glans op de koi die bij jongere dieren beter uitkomt dan koi op wat oudere leeftijd. De Kinsui (Kin is goud) versie heeft meer vlekken dan de Ginsui

 

goromo
goromo



Goromo / Koromo

Een Goromo of Koromo is een witte koi met blauwe, donkerrode tot paarse of zwart omrande vlekken (ai, budo of sumi Koromo). Koromo betekent "gekleed in". Het rood is hier nog belangrijker dan bij een Kohaku en het wit dient ook spierwit te zijn. De kleuromranding moet een heldere kleur zijn. Door kruising van een Kohaku met een Narumi Asagi zijn de diverse kleurschakeringen ontstaan. Tevens is er een Budo Sanke. De tekeningen zijn gelijk als bij een sanke, maar in dit geval zijn er ook vlekken waarbij het zwart echt op het rood ligt waardoor de kleurgloed ontstaat. Daarbij dienen er nog wel reguliere zwarte plekken aanwezig te zijn zoals bij een Sanke. Hetzelfde is dat bij de Koromo Sanke waarbij de gloed niet paars is, maar meer rood. Deze vlekken worden "hon-sumi" genoemd. Sumi op Hi (zwart op rood) heet Koromo-sumi. Als laatste is er nog de Koromo Showa. Net als bij de Koromo Sanke liggen de hi-vlekken als een Koromo, maar wel met Showa kenmerken. Deze laatste wordt ook wel een Ai Showa genoemd.

goshiki
goshiki


Goshiki

De Goshiki is een 5 kleurige koi. De kleuren zijn wit, rood, zwart, blauw en paars. Alle 5 de kleuren zijn niet makkelijk te onderscheiden op 1 exemplaar. De Goshiki lijkt op een Goromo, maar de kleuren liggen bij deze vis niet alleen over het rood / paars, maar ook over het wit. Als de aftekening bij de schubben blauw of paars is volgen er weer meer kleur mogelijkheden.


Gosui / Kosui

Een Gosui of Kosui is een zeldzame koi. Het is een Shusui waarbij het blauw vervangen is voor wit. Er is een schubbenrij langs de rugvin te zien waardoor dit het verschil is met een doitsu Kohaku.

hajiro
hajiro


Hajiro

Een Hajiro is een koi met witte randen aan de vinnen. Er zijn 2 varianten. Een Aka Hajiro (aka is rood) en een Hajiro (deze is zwart met witte randen) door de donkere kleur en witte randen aan de vinnen geeft dit een heel speciaal gezicht in de vijver.

hariwake
hariwake


Hariwake

De Hariwake is een metallic witte koi met geel-oranje patroon. Er is ook een Hariwake Matsuba waarbij op de rug een matsuba (matsuba is dennenappel) patroon zichtbaar is en een Hariwake Orenji waarbij het geel-oranje patroon meer oranje overkomt.

kabuto
kabuto


Kabuto

Een Kabuto is een zwarte koi met een goud of zilver glans. Doorgaans wordt deze koi Ghostkoi genoemd. Dit komt door de draakachtige kop en dat het 1 van de eerste Japanse koi in Nederland was en er nog niet veel van de Japanse terminologie en naamgeving bekend was. Deze geuzen naam is inmiddels weer populair aan het worden, maar de naam is toch echt een Kabuto. Afhankelijk van de glans (goud of zilver) komt de toevoeging Kin (goud) of Gin (zilver) erbij. Zo zijn er dus de Kin Kabuto of de Gin kabuto. Kabuto zelf betekent "helm". Wanneer er naar de kop gekeken wordt is met fantasie ook een oude Japanse vorm te zien van een zilveren of gouden helm. De koi is gebruikt om  Yamabuki (goud) en Platinum Ogon (zilver) te kweken. Omdat de Kabuto een tussenstap is, en door kwekers vaak als bijproduct worden gezien is de 'echte' Kabuto een steeds meer zeldzame verschijning in de vijver. 

kanoko
kanoko


Kanoko

Een Kanoko is eigenlijk een Go Sanke (kohaku, Sanke, Showa, tancho en tegenwoordig ook Shiro Utsuri) waarbij het volle rode patroon er niet is, maar bestaat uit allemaal gespikkelde rode vlekjes. Zo zijn er dus de Kanoko Kohaku, Konoko Sanke en Kanoko Showa. De Tancho wordt niet apart gespecificeerd omdat deze bij de Kohaku behoord. Ook de Shiro Utsuri wordt niet benoemd omdat deze koi geheel geen rood heeft. Tegenwoordig wordt de benaming kanoko gebruikt om aan te geven dat de normale kleur als stippeltjes bestaan. Hierdoor heeft iedere koi reeds, of de mogelijkheid tot een kanoko variant.

karashigoi
karashigoi


Karashigoi

Een Karashigoi is een kruising tussen een Chagoi en Kigoi. Het bruin van de Chagoi en het geel van de Kigoi zorgt voor een mosterdachtige kleur. Karashi betekent dan ook mosterd. Net als alle andere 'Goi' is deze koi snel groeiend en snel 'tam' te krijgen. Niet omdat het tam is maar meer uit voedselnijd tov andere koi en het minder schrikachtig zijn.  Resultaat blijft wel dat deze koi de andere koi kan leren om uit uw hand te eten. 

kigoi
kigoi


Kigoi

Een Kigoi is een compleet gele niet metaalkleurige koi. Hij lijkt veel op de Yamabuki, maar deze laatst genoemde is wel metaalkleurig. Daarbij is de Kigoi meer geel waarbij de Yamabuki meer maïsgeel is (donkerder).  Er bestaat ook een Akame Kigoi. Dit lijkt op een albino Kigoi, maar is dat niet. Het betreft echt een bijzonder licht gele tot witte Kigoi met rode ogen.

kijiro
kijiro


Kijiro

Een Kijiro is 1 van de meest recente varianten van koi. Deze is geïntroduceerd in 2014. Het is een niet metaalkleurige koi met een geelachtige kleur op een witte ondergrond. De kijiro is een doitsu (schubloos). 

kikokuryu
kikokuryu


Kikokuryu

De Kikokuryu was in eerste instantie eigenlijk een bijproduct van de kweekresultaten van de Beni Kumonryu. Een Beni Kumonryu of Kosui is een Kumonryu, maar heeft in plaats van een zwart patroon een rood patroon. De Kumonryu is de meest toverachtige koi. Het is een doitsu (schubloos) rode koi met witte vlekken. Afhankelijk van het seizoen en temperatuur veranderen de witte vlekken tov het rood. Hierdoor lijkt het alsof u steeds een andere vis heeft. Het verschil met de Kumonryu is dat de Kikokuryu metaalachtig en en de andere niet. Tevens is er ook een gele variant, een zogeheten Kikokuryu Ki.

kikusui
kikusui


Kikusui

Kikusui betekent letterlijk 'waterchrysant'. Deze koi is doitsu (schubloos), heeft een platinum witte lijf. Rond de tekeningen op het lijf lijst een goudkleurige ombiezing te zitten. Oranje achtig mag ook. Op de kop dient wel platinum (wit) aanwezig te zijn.

Kinsakura
Kinsakura


Kinzakura

Een Kinzakura (ookwel kinsakura) is eigenlijk een naam die weinig tot nooit gebruikt wordt. Het is ook een zeldzame soort. Het is een kweek variant van de kohaku. De kleuren komen door een kruising tussen een platinum ogon en een kohaku. Hierdoor ontstaat er een metaalkleurige Kohaku. De kleurstelling is hetzelfde als een Platinum Kohaku (ookwel Sakura Ogon) maar de kleuren liggen meer verdeeld over het lijf waarbij de witte omranding van de schubben zichtbaar is. Daar waar de kohaku gehele dichte vlekken heeft is deze dus onderbroken. Hierdoor komt de kleur ook meer oranje, bruin over dan rood. De naam Goten Zakura wordt ook wel gebruikt. De kinzakura is iets meer wit omrand bij de schubben dan de goten zakura.

kohaku
kohaku


Kohaku

Een Kohaku is een witte Koi met rode patronen. Haar sierlijke eenvoud heeft de Kohaku, dat in het Japans amber betekent, tot de bekendste, populairste en meest gewaardeerde koivariëteit gemaakt. Samen met de Taisho Sanshoku (Sanke) en Showa Sanshoku (Showa) behoort de Kohaku tot de Go-Sanke groep (die sinds kort ook de shiro Utsuri bevat). De basiskleur dient officieel spierwit te zijn en het rood (hi) diep en intens. De vorming van het 'hi' zorgt voor een aparte benaming binnen de Kohaku soorten. Zo zijn er de: doitsu (schubloos), ginrin (glinteringen), Inazuma (rood doorlopend van links naar rechts (bliksemflits)), Kuchibeni (2 tot 3 stappen met rode lippen), Maruten (2 tot 3 stappen met rode ronde vorm op kop), Menkaburi (2 tot 3 stappen met meeste rood op kop), Nidan (2 stappen met begin op kop), Sandan (3 stappen met begin kop), Straight Hi (rood van kop in rechte lijn naar de staart), de Yondan (als maruten, maar minder ronde vorm en rood begint bij lippen) en tegenwoordig de napoleon kohaku waarbij het rood op de kop de vorm heeft van de steek (hoed) van Napoleon. Omdat dit slechts meer de inbeelding is dan de daadwerkelijke vorm is de laatste meer in de volksmond dan een 'echte' variant.

kujaku
kujaku


Kujaku

Een Kujaku is een Shiro Matsuba (witte vis met zwart in de kern van schubben op de rug, waardoor een dennenappelpatroon ontstaat) Maar waarbij ook oranje vlekken waarneembaar zijn. Er is ook een Beni Kujaku. Dit is een oranje koi met rode markeringen over het hele lichaam.

kumonryu
kumonryu


Kumonryu

De Kumonryu is de meest toverachtige koi. Het is een doitsu (schubloos) zwartekoi met witte vlekken. Afhankelijk van het seizoen en temperatuur veranderen de witte vlekken tov het zwart. Hierdoor lijkt het alsof u steeds een andere vis heeft. Er bestaat ook een versie in het rood, deze heet de kosui of beni Kumonryu

matsuba
matsuba


Matsuba

De Matsuba is een enkelvoudig gekleurde koi. Een zogeheten Kawarimono. Matsuba betekent dennenappel. Het gaat hier dan ook op de dennenappelpatroon op de rug van de koi. Dit komt doordat de gekleurde schub in het midden zwart bevat. Op de kop mag en geen zwart voorkomen. De meest voorkomende is de de Aka Matsuba (aka is rood), meer zeldzaam zijn de Ki matsuba (ki is geel) en de Shiro Matsuba die wit met zwart is.

matsukawabake
matsukawabake


Matsukawabake

De Matsukawabake is een Koi met als stamvader een Asagi Magoi. Uit de kweek werd er doorgekweekt op de witte mutatie. Er was ook een Asagi met het patroon van Bekko (kleine zwarte vlekken) over het netpatroon heen. In de zomer verdween deze tekening en bij lagere temperaturen kwam dit terug. Maar de terugkomst was niet altijd hetzelfde. De Matsukawabake is dan ook een koi die bijzonder duidelijk nooit uitontwikkeld is. Elk seizoen ziet deze koi er anders uit. Het wit wordt zwart en vice versa. Dit verschijnsel komt ook voor bij de Komonryu. Buiten de temperatuur heeft ook de Ph een invloed op de tekening van de koi.

midorigoi
midorigoi


Midorigoi

De Midori goi is 1 van de meest zeldzame koi. Midori betekent groen. Hij heeft een soort mythologische reputatie. Een doitsu midori-goi werd in 1963 gekweekt door een kruising tussen een vrouwelijke shusui en een mannelijke yamabuki ogon. Deze groengele koi met zwarte of zilverkleurige schubben wordt vaak zwart door zijn shusui afkomst, of juist heel lichtgroen.

muji
muji


Muji

De Muji is een enkelvoudig gekleurde koi. Er is geen enkel bijkleur, hooguit aan het eind van de vinnen. Vaak wittig. Er zijn twee variaties. De Aka Muji (aka is rood) en de Shiro Muji (shiro is wit). Deze laatste lijkt op een Platinum Ogon, maar dan zonder glans.  De Shiro Muji wordt vaak gezien als 'kweek afval' bij kweek van een Kohaku. HIerdoor is hij wel zeldzaam, maar zal niet gauw te koop zijn.


ochiba
ochiba


Ochiba

De Ochiba Shigure (kortweg Ochiba) is een koi die ontstaan is uit een kruising tussen een Chagoi en een Soragoi. Hij kan net als de Chagoi en Soragoi snel groeien en is ook snel 'tam' te krijgen. Dit komt niet door het tam zijn, maar meer door de voedselnijd tov andere koi en het minder schrikachtig zijn. Resultaat blijft wel dat deze koi de andere koi kan leren om uit uw hand te eten. De kleur is blauwgrijzig met bruin-gele tekening.

ogons
ogons


Ogon

Een ogon (of eigenlijk een hikarimono (hikari is metaal en mono is enkelvoudig)) is een enkelvoudig gekleurde koi. De koi kent geen tekening buiten hetgeen hij als soort zou moeten hebben. De vinnen hebben dan ook vaak dezelfde kleur als het lichaam van de vis. Toch is het een van de meest populaire soorten. Er zijn wel heel veel varianten van te krijgen. Zo zijn er de: Sakura ogon (een platinum (wit) kohaku (zie kohaku)), Kujaku ogon (zie kujaku), Mizuho ogon (ook in ki (geel)) een oranje (of gele) schubloze koi met donker tot zwarte schubpatroon op de rug, Mukashi ogon (oranje met licht schubomranding), Nezu ogon (grijs), Orenji ogon (oranje), Platinum ogon (wit), Tora ogon (platinum met bekko (zie bekko) wat een tijgermotief oplevert (tora is tijger)) en een Yamabuki ogon (zie yamabuki),

sanke
sanke


Sanke

Een Taisho Sanshoku (kortweg: Sanke) is een witte Koi met rode (hi) en zwarte (sumi) patronen. Terwijl ‘Taisho’ verwijst naar het tijdperk waarin de Sanke is ontstaan, namelijk de Taisho-periode (1912-1926), betekent ‘Sanke’ letterlijk ‘drie kleuren’. De kleuren wit, zwart en rood. In tegenstelling tot een showa mag bij een sanke het zwart (sumi) niet over de helft van het lichaam komen aan de zijde. Tevens mag er geen zwart in de kop aanwezig zijn.

shoshikubai
shoshikubai


Shochikubai

De Shochikubai is een kruising tussen een Asagi en een Kohaku. Hierdoor is er een metaalkleurige ai Goromo ontstaan. De gekleurde oranje vlekken worden omrand door zwart. Het verschil met een reguliere ai goromo is dat de witte kleur een metaalglans dient te hebben. Het verschil met een Kujaku is dat deze geen donkere randen heeft op de witte ondergrond. Hierdoor is deze koi een zeldzaamheid.

showa
showa


Showa

De Showa (Shanshoku) is de derde Koi van de Go Sanke groep (waar tegenwoordig ook de Shiro Utsuri toebehoort). Het is een witte Koi met rode (hi) en zwarte (sumi) patronen. Het verschil met een sanke is dat het zwart op de zijkant van de Koi doorlopen. Tevens moet het zwart ook op de kop aanwezig zijn.

shusui
shusui


Shusui

De shusui is de (bijna) schubloze variant van de asagi. Omdat de koi niet geheel schubloos is heeft deze variant een eigen naam gekregen. De overgebleven schubben bevinden zich in een rechte lijn op de rug van de vis, welke vaak ook donker gekleurd zijn. Enkele schubben aan de zijkant mag wel, maar niet noodzakelijk maar geldt dan wel dat het een mooi patroon langs de zijlijn is. Verder zijn de kleuren van deze shusui lichtblauwe of blauwgrijze met een rode kleuring, die vanaf de buik tot hoog aan de zijkant kan doorlopen. Ook op de borstvinnen en rugvin kunnen we het Hi (rood) terugvinden. De zijkant van het hoofd is ook vaak rood. Voor de rest is het hoofd zuiver en kan geen verkleuringen hebben. De rode kleur moet gelijkmatig over beide zijden van de Shusui verdeeld zijn en vanaf de kop tot aan de staart. Variëteiten zijn de Hi Shusui, waarbij het oranje meer rood is. De narumi Shusui die lichter van kleur is, de mizu shusui waarbij er helemaal geen rood aanwezig is, de Konjo shusui die zeer donker is en de snow shusui waarbij het wit zeer overheersend is. De schub vorm van deze koi wordt Asagi genoemd.

soragoi
soragoi


Soragoi

Een Soragoi is een eenkleurige, niet metaalachtige koi met grijze (licht en donker) kleur. Door de lichtere ondergrond zijn de zwarte omrande schubben goed waarneembaar als een groot netwerkpatroon. Deze vis groeit snel en is het snelst 'tam' te krijgen en zal het snelst uit uw hand eten. Dit komst niet door het tam zijn, maar meer de voedselnijd tov andere koi en het minder schrikachtig zijn van de Soragoi. Resultaat blijft wel dat deze koi de andere koi kan leren om uit uw hand te eten. Er bestaan meer kleur varianten, maar deze hebben een eigen naam gekregen. De Chagoi (bruin). De Soragoi is ook gebruikt bij kruisingen om nieuwe koi te krijgen. De Ochiba Shigure (Soragoi x Chagoi)

tancho 3
tancho 3


Tancho

De Tancho is de laatste van de 4 koi binnen de Go-Sanke groep (waarbij tegenwoordig ook de Shiro Utsuri behoort. Daarbij is de Tancho eigenlijk een variant van de kohaku). Deze witte vis wordt ook wel Sanke Kohaku genoemd. Het rood (hi) is bij deze kohaku alleen op de kop aanwezig en mag nergens anders zitten. Het rood mag officieel ook de ogen en de kieuwen niet raken. De rode vlek mag de ronde, driehoek of hart model hebben. Vele denken dat het kweken en de populariteit van deze koi komt door het lijken op de Japanse vlag. Dit is echter niet zo. De vis heeft namelijk gelijkenis met de Japanse kraanvogel. Deze vogel heeft op het wit van zijn kop een rode ronde plek van veren zitten.

utsuri
utsuri


Utsuri

De Utsuri is een tweekleurige Koi, De shiro utsuri, kortweg utsuri, is een zwarte koi met een wit patroon. Het zwart is op de kop aanwezig en ook onder de zijlijn. De borstvinnen mogen een flinke zwarte aanzet hebben. Tevens bestaat er een Hi utsuri (hi is rood (net als aka)), en een ki utsuri (ki is geel). Hierbij gelden dezelfde regels als de shiro utsuri. De shiro utsuri is sinds kort aan de Go-sanke groep toegevoegd.

yamabuki
yamabuki


Yamabuki

De Yamabuki koi is eigenlijk een Yamabuki Ogon. Een Ogon is een enkelvoudig gekleurde koi met metaalachtige glans. Er zijn diverse varianten. De Yamabuki Ogon is geel. Hier mag geen bijkleur bijzitten. De Yamabuki is donkerder geel gekleurd dan de Kigoi die ook geheel geel is.

yomatonishiki
yomatonishiki


Yamatonishiki

Een Nishiki goi is een reeds bestaande koi met metallic kleur. Er zijn 2 varianten en een apart genoemde doitsu (schubloos) versie. De Yamato Nishiki is een metallic Sanke. Een Sanke is een witte Koi met rode (hi) en zwarte (sumi) patronen. Terwijl ‘Taisho’ verwijst naar het tijdperk waarin de Sanke is ontstaan, namelijk de Taisho-periode (1912-1926). ‘Sanke’ betekend letterlijk ‘drie kleuren’. De kleuren wit, zwart en rood. In tegenstelling tot een showa mag bij een sanke het zwart (sumi) niet over de helft van het lichaam komen aan de zijde. Tevens mag er geen zwart in de kop aanwezig zijn.