DrontenKoi
 

Taal & Terminologie

De Japanse taal is uitermate moeilijk. Toch worden er veel Japanse woorden gebruikt in de wereld van Koi. Hieronder vindt u een opsomming van de meeste gebruikte termen. Uiteraard staat er 1 woord bovenaan en dat is Nishigikoi. De Japanse benaming voor Koi wat zo iets betekend als gekleurd geklede karper (nishiki is gekleurd kleed en goi is karper) Het woord Koi zelf is weer uit het Chinees en betekend mooie vis.

LEEFTIJDEN
De leeftijd van een koi word aangegeven als het levensjaar waarin de koi zich bevind. En koi met leeftijd 1 is dus niet al 1 jaar, maar zit in zijn eerste levensjaar. De feitelijke leeftijd is dus 0. Een koi met leeftijd 2 is dus in zijn 2e levensjaar en is dus 1 jaar. Het Japanse woord voor jaar is 'sai'. Dit is dan ook de vervoeging van de telling. Deze benamingen vind u regelmatig terug voor de leeftijd:

LEEFTIJD

AANTAL JAAR

BENOEMING

eerste levensjaar

0 - 1

Tosai

tweede levensjaar

1 - 2

Nisai

derde levensjaar

2 - 3

Sansai

vierde levensjaar

3 - 4

Yonsai

vijfde levensjaar

4 - 5

Gosai

zesde levensjaar

5 - 6

Roksai

zevende levensjaar

6 - 7

Nansai

achtste levensjaar

7 - 8

Hachsai

negende levensjaar

8 - 9

Kyusai

tiende levensjaar

9 - 10

Juusai


KEUZE

Een kweker haalt meerdere keren in Japan zijn mudponds (de vijvers waarin de koi opgroeien) leeg (Ikeage) om te kijken hoe het met de gezondheid, kleuren en afmetingen van de koi is gesteld. Deze koi worden geselecteerd op de kwaliteit. Daarin maakt de kweker de keuze om er niet mee verder te kweken en de vis aan te bieden voor de verkoop, of nog door te kweken met de vis. Na die keuze ronde wordt gekeken of er niet te veel vis is geselecteerd. Wanneer dit wel het geval is maakt de kweker een tweede ronde om zo aan het aantal koi te komen waarmee de kweker zelf verder wil. Vaak worden dit de ouder dieren voor een lijn (Oyagoi). Het kan dan zijn dat de koi geplaatst wordt in de meest ideale omstandigheden om door te groeien (Azukari). De koi uit de tweede keuze ronde heeft een betere potentie om een showwaardige koi te worden dan de eerste ronde. Ook bij deze koi worden diverse benamingen gehanteerd:

BENAMING

UITLEG

Tategoi

De koi die de potentie heeft om beter te worden

Tateshita

De koi die in de laatste selectieronde bij een kweker afvalt

Kishira

De beste koi op dat moment uit de kweek


DE HUID & LICHAAM

Uiteraard wordt de koi aangeschaft voor de mooie kleurenpracht die hij heeft. Dit kan zijn dat die helemaal aan de regels dient te voldoen omdat er shows mee gehouden worden, maar uiteraard kan dat ook zijn simpelweg omdat u dat een mooie koi vind. Er zijn vele soorten koi (zie ook soorten) met een grote diversiteit een kleuren en tekening. Buiten die tekeningen zijn er nog apart benoemde huidtypen en kleurschakeringen die aanvullend zijn op de naamgeving.

SOORT

UITLEG

Akame

De koi heeft rode ogen.

Doitsu

Van origine een ingekweekte Duitse (doitsu betekend Duits in het Japans) reguliere karper waardoor er een schubloze variant van de koi is ontstaan. In de naamgeving wordt doitsu vaak als toevoeging gebruikt, er zijn echter ook varianten die een eigen benaming hebben gekregen. Zo is bijvoorbeeld de schubloze versie van een asagi de shusui.

Fucarin

De huid die ligt om de afzonderlijke schubben.

Fukurin

De glans op de buitenste rand van de schubben.

Kage

Kage betekent schaduw. De benaming wordt gebruikt om een onvolledig patroon aan te geven.

Kiwa

De aftekening van het patroon van de koi aan de kant van zijn staart. Er bestaan hier een aantal variaties in. Zo zijn er nog de:
Kamasori kiwa:   de kiwa loopt dwars over de schubben
Konzai kiwa:       combinatie van Kamasori en Maruzome
Marusome kiwa: de kiwa volgt de lijn van de schubben

Kinginrin

Kinginrin is de verzamelnaam voor glinsteringen (rin is glans) op de schubben van de koi. Zo bestaat er een gouden glinstering welke Kinrin genoemd wordt (Kin is goud) en een zilveren variant Ginrin (Gin is zilver). Er zijn meerdere variaties van de rin soorten mogelijk en hebben ook een regelgeving bij shows. Zo moeten de glinsteringen goed waarneembaar zijn ongeacht de inkijkhoek. Er moeten minimaal 20 glinsteringen te tellen zijn. Er zijn 2 soorten en 4 varianten Kinginrin die benoemd zijn en er worden maar 4 varianten toegelaten in de klasse A op een show. Dit zijn: Kohaku, Tancho Sanke, Showa Sansoku en Utsuri. Alle overige varianten gaan naar klasse B. De 4 varianten van kinginrin zijn:
Pearl: een onregelmatige geplaatste glinstering die wat bobbelig lijkt. De glinstering is waarneembaar
         in het midden van de schub. Dit wordt ook wel Tsubu-gin of Tama-gin genoemd. Op iedere
         schub glinstert het wel een beetje waardoor de koi een parelachtige uitstraling krijgt. 
Er zijn nog 3 varianten binnen ginrin te vinden die op vlakke schubben zitten:
Diamond: Door de Japanse kwekers gezien als de minste soort, maar het meest populair in de
         westerse wereld. Wordt ook wel "Hiroshima Gin" of "Daiya Gin". Het gin type lijst het meest op
         stukjes glas in de zon. De gin strepen lopen over de rug van de koi heen en is het mooist
         wanneer de bovenste 5 schubranden gin bevatten.
Beta:  De glinstering zit over het hele zichtbare deel van de schub. Deze gin soort zit meestal aan de
         zijkant van de vis.
Kado: De glinstering zit alleen aan de rand van de schub. Kado betekent dan ook rand. Er zijn varianten
         waarbij de glinstering alleen aan de zijkant zit, maar dient ook op de rug te zitten. 

Bij een goede Kinginrin moeten de zijkant en rugzijde met rin bekleed zijn. De deze moet goed verdeeld zijn in proportie met het lichaam. Uiteraard is de vorm van de koi zelf daarbij ook belangrijk.

Motoguro

De borstvinnen zijn aan de aanzet (daar waar de vin vastzit aan de borst) zwart en worden wit aan de rand van de vinnen.

Sashi

De aftekening van het patroon van de koi aan de kant van zijn kop.

Tejime

Zwarte streepjes op de borstvinnen van een Sanke.

Teri

Teri betekent glans.

Wagoi

De koi is compleet bedekt met schubben.


KLEUREN

Elke kleur op een koi heeft zijn eigen benaming. Er zijn zelfs kleuren die meerdere benamingen hebben. Ook patronen op het lichaam of kop van een kleur hebben een benaming gekregen. 

NAAM

KLEUR

Ai

Een blauwe kleur

Aka / Beni / Hi

Een rode kleur

Cha

Een bruine kleur

Inazuma

Een patroon van rood die als een bliksemflits van links naar rechts over het lichaam van de koi loopt.

Karasu

De basiskleur van de koi is zwart.

Ki

Een gele kleur

Kuchibeni

De koi heeft rode lippen. Vaak aangeduid als lippenstift.

Maruten

De rode vlek op de kop van een Kohaku, Sanke of Showa die een ronde vorm dient te hebben.

Menkaburi

Het rood op de kop bedekt deze (bijna) helemaal. een geheel rode kop dus.

Menware

Een patroon van zwart die als een bliksemflits over de kop loopt van de koi. Hij dient te beginnen bij de lippen en stoppen bij het begin van het lichaam.

Midori

Een groene kleur.

Nezu

Een grijze kleur.

Orenji

Een oranje kleur.

Shimi

Een klein zwart puntje op het lichaam van de koi. Een soort sproet. Het puntje is bij shows ongewenst en levert een slechte beoordeling op.

Shiroji

De basiskleur van de koi is wit.

Sumi

De zwarte kleur in een koi. Afhankelijk van de tint van het zwart is er weer een aparte benaming:
Bake:  Het zwart met een scherpe aftekening en hoog glanzend.
Hon:   Het zwart heeft een blauwe gloed.
Kage:  Het zwart is onvolledig gekleurd.
Nabe : Het zwart heeft een bruine gloed.
Tsubo: Het zwart op een witte huid.